
Als kind hiel ik al ontzettend veel van paarden. Zelf had ik geen paard en mijn ouders woonden in een rijtjeshuis dus het was in feite onmogelijk om een paard te houden.

We waren pas verhuisd van Leeuwarden naar Rinsumageest, een heel klein dorpje in het noorden van Friesland, onder Dokkum, met nog geen duizend inwoners. Mijn school was naast ons huis, ik hoefde alleen maar een veldje over te steken. Ten zuiden daarvan was niets. Of eigenlijk alles voor mij. Een gepensioneerde boer (boer Prins) had wat land afgebakend, hield daar kippen, schapen en kalveren. Hij ging eieren rapen, precies na schooltijd zodat wij, een schare kinderen, met hem mee konden lopen/huppelen om de eieren uit de moeilijke hoekjes te kunnen rapen. Het werd natuurlijk een wedstrijd wie de meeste eieren kon vinden. En ja, boer prins had alleen maar zuivere intenties.

Zijn zoon had de grote boerderij overgenomen met melkvee, iets buiten het dorp. En daar stond ook een paard met een veulen! Gelukkig voor mij wilde mijn moeder iedere paar dagen verse melk, welke ik in een emaillen blauwe melkemmer op de fiets ging halen. Uren was ik dan op de boerderij. In de melkkelder, aan het kuil (verse gras berg, verzameld en broeiend onder plastic) scheppen in de hooiwagen, in de stallen tussen de koeien en buiten bij het paard. Een hele mooie en interessante jeugd. Eigenlijk wilde ik wel met een boer trouwen… gedachten van een meisje van een jaar of 10. Ik hield van dit leven.

Omdat ik ieder jaar met mijn ouders naar Petten aan Zee ging, en daar het grootste deel van mijn tijd in de manege doorbracht en wel een beetje kon rijden, mocht ik ook op het paard op de boerderij rijden. En zo had ik dus eindelijk toch een beetje een eigen paard, die ik mocht verzorgen en waar ik op mocht rijden. Dat was nog niet zo eenvoudig want als jong meisje moest ik zelf optuigen en opzadelen. En er ook nog op zien te klimmen, alleen. Ik mocht niet op de weg en alleen op het land rijden waar natuurlijk veel hekken waren waar ik niet doorheen kon. Maar dat kon de pret niet drukken. Ik had een lief paard en ik reed er op.

Als ik toen eens had geweten dat ik ooit naar Jordanië zou gaan emigreren en met paarden zou gaan werken, in de woestijn, waar geen beperkingen zijn, geen hekken waar je niet door kunt. Een heel wijd open landschap met zand, bergen en rotsen. Waar de paarden alle vrijheid hebben en ook vaak los door de woestijn mogen rennen. Een totaal andere wereld met andere regels, normen en waarden.
Ik schrijf dit blog mede om jou, paardenmeisje, te laten zien dat je zelf kunt kiezen waar je in begrenst wilt worden. Waar jij jouw grens laat lopen. Als ik als klein meisje niet het initiatief had genomen om met boer Prins mee te gaan om eieren te rapen was ik nooit op de boerderij terecht gekomen waar ik als het ware mijn eigen paard had.

Als ik in Nederland was gebleven had ik meestal paard gereden op begaande paden die daarvoor zijn aangewezen. Nu rijd ik ergens in the middle of nowhere. Er zijn geen grenzen en zijn geen paden, alleen als ik heel ver weg wil is er de grens met een ander land, Saoedi-Arabië. Een leven in vrijheid.
Living my dream in a desert in a land I never would expect to live.
Ik leef mijn droom in de woestijn van een land waar ik nooit van kon verwachten om er te leven.
Terugkijkend is mijn bestemming misschien al bepaald als jong meisje, toen ik best andere interesses had en andere dingen deed als mijn leeftijdsgenootjes.

Alle nostalgische foto’s uit eigen fotoboeken.
Volgende keer weer verder over mijn leven in Jordanië, hoe er toch weer een paard naar me toe is gekomen.
Klik hier om te bekijken wat ik nu doe in Jordanië. Wil je vriend met mij worden op facebook? Welkom en dank je wel.
Liefs uit de woestijn.