
Dat zijn ze allemaal. Net als bij mensen heeft ieder paard iets leuks en iets minder aangenaams.
Het is aan de verzorger/ruiter uit te vinden hoe je goed met je paard kunt communiceren om het beste naar buiten te brengen. En dat is precies de uitdaging waar ik zo van houd. Geen paard is hetzelfde. Wat bij de een werkt kan helemaal niet aanslaan bij de ander. In de woestijn hebben we heel verschillende paarden. Allemaal lief en allemaal met een gebruiksaanwijzing.
Merries en hengsten samen
Alle paarden worden bij ons samen gehouden om zo een natuurlijke kudde te vormen. Meestal werkte dat perfect. Er was één dominante hengst, Sahem, de rest van de hengsten was jonger en paste zich aan.
Er waren zeven paarden toen ik emigreerde naar Jordanië.

Sarah
Zij was er al heel lang. In de jaren dat ik al regelmatig naar Jordanië kwam was zij al in Aqaba. In het eerste blog Passie in Jordanië zie je haar foto in Aqaba. Inmiddels had ze een veulen dat al was uitgegroeid tot een jong paard, een hengst, Mallouhh. Zijn naam betekent zoiets als zout (milhh). Sarah was de Alpha van de kudde. Allemaal konden ze staan/liggen te slapen en zij waakte. Ik heb haar maar een enkele keer echt zien slapen terwijl een ander paard oplette. Ze was altijd een beetje aan de magere kant maar hield wel van lekker eten.
Sarah was niet echt makkelijk om te rijden. Ze had nog wel eens nukken en wilde dan omhoog komen, gaan steigeren. Zij was ook het meest verwilderd toen we aankwamen. Inmiddels had ze een tweede veulen. Musraq, genoemd naar de rots waar we woonden. Weer een hengstje. Hij was nog maar een paar maanden en werd nog gezoogd. Er was weinig met Sarah te beginnen, we konden haar nauwelijks benaderen. Ik noemde haar altijd mijn wilde paardje. Het is echt heel erg als je aankomt en de paarden zien er verwaarloost uit. Je wilt ze knuffelen en verwennen. Maar dat ging even niet gebeuren want ze waren behoorlijk bang van mensen. Er was dus heel wat gebeurd… Maar daar kom je nooit helemaal achter.
Zoals zo vaak in de woestijn: je maakt een plan, dat blijkt niet te werken om allerlei verschillende redenen dus ga je over naar plan B. En vaak was het ook nog nodig om plan C uit de kast te trekken. Je wordt er creatief door. Onze paarden kregen heel veel liefde, maar we konden hen nauwelijks benaderen. Ze stonden in een paddock waar ze vrij waren om te gaan en staan waar ze wilden. Mijn zoon had heel veel geduld met hen. Hij was geen paarden gewend maar wist er gewoon voor ze te zijn. We zaten bij hen om ze te zien eten, we zaten bij hen om ze aan ons te laten wennen. We probeerden hen wel eens te pakken bij hun halster, maar we waren nog wat te vroeg.
De paarden begonnen zich meer op hun gemak te voelen. Er waren teveel mensen bij geweest die ze niet gaven wat ze nodig hadden en waar ze geen vriend mee konden zijn, laat staan een band mee konden opbouwen. Ze waren te vaak in de steek gelaten…Toen ze eenmaal in de gaten hadden dat ze gewoon iedere dag goed te eten kregen en er altijd schoon drinkwater was, kwam er ruimte om meer toe te laten.
Op een dag wilde ik op Sarah weg en we zadelden haar op. De anderen hadden geen ervaring met paardrijden dus ik zou alleen gaan. Ze was nooit de makkelijkste met opzadelen maar uiteindelijk lag alles goed. Haar veulen Musraq ernaast en ik op Sarah. Ik had haar al vaker bereden in de voorgaande jaren maar het was alweer een hele tijd geleden. Ze wilde niet vóór of achteruit. Stond vierkant en was niet in beweging te krijgen. Behalve dat ik voelde dat ze wel omhoog wilde om te steigeren. Tja wat doe je dan. Mijn zoon gevraagd om haar aan de hand weg te leiden, met mij er op, van de paddock Waar ze altijd eten kreeg) in de hoop dat ze dan wel verder zou lopen. Nou nee, ze wilde alleen maar terug. En stond weer vierkant en stram. We hebben haar weer afgezadeld en samen met de andere paarden mee naar buiten genomen met de pick-up. Alsof er niets gebeurd was ging ze gewoon mee aan het touw aan de auto. Ze kreeg in ieder geval haar beweging.
Altijd hield ze me in de gaten, alsof ik bij haar kudde hoorde. Ze zag het als ik uit mijn tent kwam. Ze is een hele goede moeder voor haar veulen. Voedt hem met zachte hand op en we laten Musraq lekker bij zijn moeder.

Sahem
Het lievelingspaard van mijn zoon. Met een afwijking naar links. Sahem was een koninklijk paard, hij kwam uit de koninklijke stallen. Niet eenvoudig in de omgang. Met behoorlijk wat karakter en temperament. In draf en in galop wist hij altijd hoe dan ook teveel naar links uitkomen, wat je ook doet. De enige die hem echt begreep was mijn zoon. In zijn handen werd hij als was. Met de anderen wilde hij altijd zijn trukendoos van stal halen en zonder die doos ging hij niet op pad. Je had er dus best je handen aan vol. Ik heb verschillende keren geprobeerd wat aan zijn linkse afwijking te doen, het verbeterde dan wel. Maar zodra je hem zijn gang liet gaan, de teugels liet vieren, veranderde de richting langzaam aan weer naar links. Ok, het hoorde bij hem.
Als hij geroskamd was dan glansde zijn vacht koperrood. Met zijn mooie manen was hij een hele knappe verschijning. Dikwijls stapte mijn zoon in korte broek, blote voeten en blote bast op Sahem, zonder zadel. Reed uit de paddock en alle paarden volgden hem. Hij was dé hengst. Mijn zoon de rattenvanger van Hamelen. Wat een schitterend gezicht. Een sliert paarden galoperend over de woestijnvlakten met Sahem en mijn zoon voorop, al juichend en ophitsend. Dat waren tijden dat mijn moederhart bijna uit elkaar spatte van trots.

Mallouhh
Zijn naam komt van het zout dat hij eens at als jong veulen en er behoorlijk ziek door werd. Hij was er niet toen ik aankwam. Ze hadden hem naar Aqaba gebracht. Hij was misschien 2,5 jaar toen. Wat ik toen niet wist is dat hij al gebruikt werd om voor de carriage, de koets (die toeristen door Aqaba liet vervoeren) te lopen. Het veulen was inmiddels uitgegroeid tot een mooi paard. Maar zoiets doe je niet met een jong paard. Laat ik me maar even niet uitlaten over hoe ik er aan toe was toen ik hoorde dat hij voor dit werk werd ingezet. Ik had enorm boos kunnen worden maar liet het niet blijken. Inwendig kookte ik. Wetend dat je er niets mee bereikt om dat te uiten als vrouw in een Arabisch land.
Gedurende lange tijd bleef ik steeds maar vragen of ik hem mocht bezoeken. Eindelijk werd ik naar hem toe gebracht. Hij stond onder een weg tussen de betonnen pilaren. Ik had al allerlei lekkers in mijn tas gestopt want ik had al een vermoeden hoe ik hem zou kunnen treffen. Het was nog erger. Hij was kreupel, uitgemergeld. Omdat hij niet kon werken kreeg hij nauwelijks te eten. Zijn ogen stonden dof. Hij wilde er niet meer zijn. Met tranen in mijn ogen liep ik naar hem toe en begon tegen hem te praten. Een sprankje, hij herkende me. At alles wat ik had meegenomen op maar heel langzaam. Ik heb hem nog schoon water gegeven.
Nu moest ik het heel goed aanpakken. En een plan bedenken. Ik wilde hem in de woestijn terug. Bij zijn moeder, bij zijn maatjes. Het is gelukt maar vraag niet hoe, het kostte heel veel overredingskracht. Je voelt je dan zo ontzettend machteloos als de andere partij zijn macht gebruikt om jou iets niet te gunnen, terwijl ik wist dat hij daar ten dode was opgeschreven en bij ons misschien nog een kans zou hebben om deze mishandeling te overleven. Hij kwam met een truck. Dat werd niet aangekondigd en ik was er niet (bedenk dat dit waarschijnlijk bij het arrangement hoorde). De Jordaanse jongen die bij ons werkte (aangesteld door de partner) kreeg bericht en werd naar de grote weg gebracht om Mahlouhh naar het camp te brengen. Een kilometer of 5-6. Inmiddels was ik gearriveerd en zag de jongen rijdend op Mallouhh aankomen, gekkenwerk. Mahlouhh kwam uitgeput aan. Hij kon nauwelijks op zijn benen staan. Zijn voorbenen ver naar achter en zijn achterbenen ver naar voren. Tussen voor- en achterbenen misschien 10 cm. En op 4 benen kreupel…Dit was pure dierenmishandeling. We hebben hem bij zijn moeder en broertje gezet. Hij was echt helemaal op en lag het liefst te rusten. Het heeft een week geduurd voordat hij normaal kon staan. Zijn ogen nog steeds dof. Toch zag je dat hij iedere dag wat opknapte.
Hij was blijkbaar heel bewust op verschillende manieren gebroken. We vroegen niets van hem, hij hoefde niets, we gaven hem te eten en water en heel veel liefde. Afhankelijk of hij wilde liepen we een rondje met hem aan de hand. Na een week begon hij wat aanspreekbaar te worden en ging zich een beetje bemoeien met de andere paarden. Hij zag ze in ieder geval weer. Maar het levendige mooie paardje zoals ik hem kende was er niet meer. Helaas zou hij nooit meer de oude worden. Eenmaal aangesterkt kon je wel weer spreken over een paard. Ook zijn we hem heel voorzichtig gaan berijden. Daar had hij samen met de andere paarden wel plezier in. Snel kon hij nog niet in het begin. Later wel weer wat. Omdat ik van dit paard hield mocht hij blijven. Bij ons was hij in goede handen en hoefde niet bang te zijn. Er zijn heel wat tranen vergoten om hem.

Riem
Zij werd mijn lievelingspaardje. Haar naam betekent gazelle. Een donkergrijze merrie. Ze kwam uit het noorden van Jordanië werd me verteld. Ze was een buitenbeentje. En had ook wel iets koninklijks over zich. Ze at nooit met de andere paarden. Die wilden haar er ook niet bij hebben. Ze was erg op zichzelf. Zij was één van de jongere paarden. Ik wist niet of ze ooit bereden was. De eerste maanden hebben we dus nooit op haar gereden. Ze verdroeg het zadel ook niet dat we op haar legden als we met de andere paarden gingen rijden. Op een dag was er een Jordaanse jongen en hebben we haar opgezadeld om te kijken of ze het leuk zou vinden. Bedoeïenen gaan altijd op een paard zitten en zetten het meteen in galop. Het was een schitterend gezicht. Ze deed het. Daarna ben ik haar gaan rijden. Ze had er zoveel plezier in. Alsof ze al kon rijden. Het enige nadeel is dat ze best vaak hoestte. Dat zat schijnbaar in haar en we konden het ook niet onder controle krijgen. Voor mij was ze perfect. Was zeer wendbaar en deed wat ik haar vroeg. Samen met mijn zoon hebben we met Riem en Sahem hele mooie tochten gemaakt.

Sharoek en Moon
Zij was een lichtgrijze merrie. Op de een of andere manier vond ik haar altijd de slettebak. Ze papte met alle beschikbare hengsten aan en het was dus ook niet zo verwonderlijk dat ze zwanger was toen ik kwam. Ze kwam samen met Najim wat een veelbelovende hengst zou moeten worden, en welke niet zonder haar aangeschaft zou kunnen worden. Althans dat zijn de verhalen die ik te horen kreeg. Of ze waar zijn is een tweede.
Sharoek was wel een heel gevoelig paard, haar naam betekent zonsopgang. Op een dag voelde ik me niet lekker. Er was even teveel gebeurd om zomaar te kunnen accepteren en kon het even niet verwerken. Ik ging in het donker naar de paarden en vond mijn plekje op een steen tussen hen in. Ze stonden allemaal half te slapen , wat te kauwen op de laatste grasstengels. Nog te proberen een korreltje haver te vinden. Tussen de paarden kalmeerde ik altijd. Hun bezige geluidjes, de manier waarop ze reageerden. Het was juist Sharoek die naar me toe kwam. Ze ging naast me staan. En liet haar hoofd op mijn hoofd hangen. Haar mond op mijn kruin. Ik was tot tranen geroerd. Dat zij haar hoofd precies op die plek hield betekende voor mij dat alls goed zou komen. Door haar werd ik even afgesloten van de prikkels die van buiten kwamen. Voor mijn gevoel bleef ze een paar minuten zo staan en ging daarna verder met waar ze mee bezig was. Ik was haar zeer dankbaar.
Om te rijden was ze een hork. Niet vooruit te branden, altijd op de rem. Misschien kwam het omdat ze zwanger was maar het zou geen belemmering moeten zijn. We hebben haar met rust gelaten tot na de bevalling. Tot ze hersteld was en het veulen overal achter haar aan dartelde.
Bevallen van haar eerste veulen en niet weten wat te doen. We verwachtten het veulen iedere nacht. Ik liep dan ook vaker iedere nacht naar de paarden om te kijken of alles goed ging. En toch hebben we de geboorte niet gezien. Mijn zoon kwam op een ochtend vroeg als eerste buiten en wekte me met een heel beroemde schreeuw…MAAAAM.

Ik wist meteen dat het veulen er was. Ze stond al op haar beentjes, maar niet bij haar moeder. Die was op zoek naar eten en had geen oog voor het veulen. En het veulentje? Ze was onder het hek doorgelopen naar de hengstenpaddock….. Het was allemaal even heel onwerkelijk. En ook wel chaotisch. Een moeder die niet wist dat ze een veulen had en een netgeboren veulen tussen de hengsten. Stap 1. Het veulen optillen en naar de moeder brengen. Ze stond erbij en keek ernaar. Geen knuffel. We hebben geprobeerd het veulen aan de borst te laten ruiken in de hoop dat ze zou gaan drinken. Maar moeder schopte in het rond… Het leek erop dat het niet allemaal vanzelf zou gaan en ik kreeg al scenario’s in mijn hoofd van een babyveulen voeden iedere twee uur, dag en nacht.
Eerst maar even een paar keer diep adem halen. Nieuw plan (B). Toch maar eerst Sharoek benaderen en bekijken waarom ze aan het schoppen is als de baby wil drinken. Het lukte me om en paar druppels melk uit haar uier te krijgen terwijl mijn zoon haar vasthield. Met de paar druppels melk naar de baby, die ze wel lekker vond. Nu met de baby naar de moeder om ze eens in alle rust kennis te laten maken. Het leek goed te gaan. Nu nog drinken. Daar was wel hulp bij nodig. Sharouk schopte nog steeds.
Plan C. Sharouk eens lekker verwennen. Alle paarden eten geven en Sharouk wat extra wortels. Ja, ze had een prestatie geleverd en had honger. Het veulentje stond er nog een beetje verdwaald bij. Nog niet geaccepteerd. Geen ander paard dat zich over haar ontfermde, ze wilden wel kennis met haar maken en kwamen haar begroeten, maar niemand van hen was haar moeder. We hadden vertrouwen in het natuurlijke verloop van het leven.
Alle paarden waren verzadigd, tijd voor een nieuwe poging om moeder en veulen samen te brengen. Mijn zoon met het veulen en ik met de moeder en dan proberen om ze samen te brengen. Eerst met neus contact en daarna toch het veulen naar de borst brengen. En steeds voorkomen dat Sharouk zou schoppen. Ik hield haar been tegen terwijl mijn zoon probeerde het veulentje dichter bij de uier te brengen. Ik melkte haar nogmaals om het veulentje te laten ruiken en proeven. Uiteindelijk is het wel gelukt. Onervaren moeder en verdwaald veulen vonden elkaar weer. Wij waren wel heel erg blij dat vanaf dat moment moeder en veulen onafscheidelijk waren. We gaven het veulen de naam Moon omdat ze tijdens een mooie maan geboren was.

Musraq
Het tweede veulen van Sarah. Genoemd naar de rots waar we wonen. Een lief hengstje. Nog jong en onstuimig. De jongste van het stel voordat Moon werd geboren. Sarah is een perfecte moeder. Met mijn zoon verschil ik van mening. Hij vind dat het veulen na een maand of negen maar eens moet leren niet iedere keer naar zijn moeder te huppelen voor melk. Ik vind het zo lief dat moeder en zoon zo’n sterke band hebben met elkaar. Het is ook een heerlijk gezicht in de wei. Musraq wordt dus bij de hengsten gezet en Sarah blijft bij de merries. Maar we hadden er niet op gerekend dat de band tussen moeder en zoon zo groot was dat Musraq het presteert om tussen het hek door bij zijn moeder te drinken. Zijn moeder Sarah moedigt dat ook aan. Dit werkt dus niet.
We verleggen onze aandacht naar plan B. Moeder aan een touw, kind bij de hengsten. Musraq vind het heerlijk om met hen te spelen en uit te dagen. Ze geven wel aan wanneer ze er genoeg van hebben. Als hij uitgespeeld is merkt hij dat hij niet meer bij zijn moeder kan drinken. Tja en dan begint hij te huilen. En moeder Sarah gaat hem roepen… Het doet mij best wel een beetje pijn om dit zo te doen. Iedere dag wordt de tijd dat hij van zijn moeder verwijderd wordt, verlengd. Tot hij op een dag gespeend is en de melk opgedroogd. Hij blijft proberen maar het is op. Hij is nu klaar om een echte hengst te worden.

Najim
Samen met Sharoek kwam hij bij ons. Een klein hengstje nog maar, zijn naam betekent ster. Een klein, wat gedrongen, vierkant paardje, ik kon me niet voorstellen dat hij kon uitgroeien tot een mooie hengst. Ik kreeg natuurlijk niet te horen hoe oud hij was. Hij was heel wollig, zijn haar was lang. Een lang recht hoofd met een grote witte bles. Zijn hoofd in verhouding groot ten opzichte van zijn lichaam. Hij was onze brokkenpiloot en heel erg ontdeugend. Midden in zijn paarden puberteit en altijd in voor een geintje. En ook heel brutaal. Mijn zoon had geen geduld voor hem. Met alle paarden kon mijn zoon overweg als niemand anders behalve met Najim. Er was geen klik. Wel met mij. Hij bedacht de meest wilde spelletjes en dat werd hem op een dag fataal. Je kunt de grote hengsten uitdagen. Je kunt gaan rennen door de paddock. Je kunt alleen niet als een kip zonder kop alle kanten uitstuifen want er zijn hekken. En…daar kwam hij mee in botsing op een dag. Frontaal.
Zijn huid op de bles was geknapt. Een grote winkelhaak van 20 x 10 cm waarvan je de huid kon optillen. De dierenarts gebeld om langs te komen. Hij was in Aqaba. Hij zou zijn collega wat antibioticaspuiten laten klaarleggen die we gedurende drie dagen in en op de wond moesten aanbrengen. Meteen opgehaald om direct de wond te kunnen behandelen. Het bleef er goed uitzien. Hoewel het een enorme klap was bleek Najim daar niets van te hebben. Na drie dagen heb ik er iedere dag honing op aangebracht. Zo goed als het ging wel steeds verbonden om de vliegen op afstand te houden. De wond genas snel en mooi. Je bleef de winkelhaak wel zien maar de snee heelde fantastisch.

Acht prachtige paarden stonden er bij ons. De oudere klaar om te vertrekken met gasten. De jongeren om een mooie jeugd te hebben en op te groeien met veel liefde om hen heen.
Het meeste paardentuigage kwam uit Nederland en paste de Arabische paardjes perfect. Alleen Sarah had een Arabisch zadel omdat haar wervels wat verhoogd lagen waardoor er geen Engels zadel op paste.
Ze waren gewend aan het klimaat en hadden een prachtig leven samen met ons in de woestijn. We genoten, maar dat mocht niet voortduren…
Volgende keer lees je over het afscheid nemen van de paarden, de honden, van de prachtige plaats, van mijn droom.
Ondertussen kun je wel volgen wat ik nu doe in Jordanië: Facebook: Jordan Desert Journeys
Postzegel foto’s van Hélène en Laurent uit Frankrijk, onze vrijwilligers voor een paar maanden.